Midland voeders

Wat voor mais staat er?

Vanwege de extreme omstandigheden, is het belangrijk om in sommige gevallen een aangepaste oogstaanpak te overwegen en/of aparte kuilen aan te leggen, zodat de mais in het rantsoen maximaal benut kan worden. Welke variaties zien we en hoe ga je daar het beste mee om?

Mais van goede kwaliteit

De mais is op tijd gezaaid, maar heeft een relatief koude start met een wat tragere beginontwikkeling gehad. Inmiddels ontwikkelt de maïs zich goed en vormt een mooie kolf.
Maak evt. gebruik van de drie weken uitstel van de vanggewasverplichting (indien van toepassing) om de mais waar nodig goed af te laten rijpen tot 36-38% DS.

Goede mais met slechte kolf

Laat de mais goed afrijpen, maar laat de plant niet volledig verdrogen (36% DS), dit om te voorkomen dat de voederwaarde nog verder terugloopt.
Bij weinig of geen kolfvorming worden de door de maisplant gevormde suikers opgeslagen in het blad en de stengel, in plaats van in de kolf. Tijdens het inkuilproces komen deze suikers maar gedeeltelijk vrij waarna ze worden omgezet in melkzuur. De suiker die niet wordt omgezet blijft ongebruikt in de maiskuil zitten. Bij het openen van de kuil zijn deze restsuikers een voedingsbron voor gisten en schimmels. Deze kuilen zijn dus extra broeigevoelig, gebruik daarom een inkuilmiddel.

Mais zonder kolf

Bij mais zonder kolf moet de voederwaarde volledig uit de stengel worden gehaald. Het is daarom belangrijk de plant niet volledig te laten verdrogen, omdat dit de verteerbaarheid en de voederwaarde vermindert. Streef naar een droogstofgehalte van 28-30% om verdere daling van de voederwaarde te voorkomen.
Mais zonder kolf gaat dus ‘natter’ de kuil in. Niet alleen de mais, maar ook het aanwezige vocht, moet in een korte tijd in pH omlaag gebracht worden voor een goede conservering. Planten zonder kolf bevatten veel suikers en weinig zetmeel. Dit maakt de kuil gevoeliger voor schimmels, gisten en broei. Gebruik daarom een inkuilmiddel die broei tegen gaat én zorgt voor een snelle pH-daling voor een goede conservering.
Het lage droge stofgehalte leidt ook tot perssapverliezen. Deze sappen zijn rijk aan voederwaarde. Overweeg bijvoorbeeld stro of droog gras onder de kuil te leggen om de perssappen op te vangen en optimaal te benutten.

Laat gezaaid, rijpe kolf, groen geoogst

Laat gezaaide mais is vaak relatief hoog met kleinere kolven
Oogst niet te laat: pas op dat je hierdoor bij de drogestofbepaling niet op het verkeerde been wordt gezet. Ook al lijkt de plant nog niet zo ver, de korrel is vaak al behoorlijk rijp. Daarnaast is een iets groene stengel vaak beter verteerbaar en smakelijker dan een afgestorven plant. Ook neemt de kans op stengelrot af en is de mais beter luchtdicht vast te rijden. Controleer regelmatig de kolf en streef naar minimaal 30% DS.
Ook dit type mais wordt doorgaans natter ingekuild. Niet alleen de mais, maar ook het aanwezige vocht, moet in een korte tijd in pH omlaag gebracht worden. Door dit vocht is daar relatief meer melkzuur voor nodig. Gebruik daarom een inkuilmiddel dat zorgt voor een snelle pH-daling voor een goede conservering.

Tabel 1: Verschillende maiskwalificaties en het inkuiladvies

Type mais	DS% advies	Korrel kneuzing	Graskuil		Extra aandacht voor
			Structuurrijk	Structuurarm
Goede kwaliteit	36-38%	>8 delen	6-10mm	12-18mm	-
Goede mais, slechte kolf	36%	>8 delen	6-10mm	6-10mm	Verdichting
Mais zonder kolf	28-30%	>4 delen	6-10mm	6-10mm	Perssap
Rijpe kolf, groen geoogst	>30%	>4 delen	10-12mm	12-18mm	Perssap

Waar moet je dit jaar nog meer extra op letten?

Oogstmoment bepalen? Loop het perceel in
Inspecteer het perceel regelmatig om de gewasstand en afrijping te volgen. Loop het perceel in: de verschillen binnen het perceel zijn soms groot. In onderstaande video legt Teeltspecialist Ron Vennix uit hoe je het juiste oogstmoment bepaalt.

Nitreuze gassen
Als een deel van de mais op het perceel bij de oogst nog groen is, kan er nog veel nitraat aanwezig zijn, wat kan leiden tot de vorming van nitreuze gassen. Voordat je besluit te hakselen, is het daarom belangrijk om goed te controleren of de mais over het hele perceel voldoende is afgerijpt. Dit betekent dat je de mais ter plekke in het veld moet beoordelen.

Insleep van zand ligt op de loer
Door regenval kan zand opspatten tegen de stengel. Bij het hakselen komen deze gronddeeltjes gemakkelijk in de kuil die boterzuurvormende bacteriën kunnen bevatten. Beoordeel de mais en overweeg hoger stoppelen.

Gebruik een inkuilmiddel tegen broei en voor een snellere conservering!
De weersomstandigheden van dit jaar kunnen voor een hogere broeidruk en een tragere conservering zorgen. Dat zit zo:

> De verschillende zaaitijdstippen en het verschil in beginontwikkeling zorgt dit jaar voor veel variatie in de kwaliteit en opbrengst van de mais. Zowel op regionaal niveau als binnen het perceel zien we dat de groei niet overal gelijkmatig verloopt. Daarnaast zorgt deze natte, soms broeierige zomer voor de ideale omstandigheden voor de ontwikkeling van schimmels. Broei beperken is bij de maiskuil altijd een aandachtpunt, maar met de huidige omstandigheden extra belangrijk!

> Laat gezaaide mais kenmerkt zich vaak door een kleiner kolfaandeel (en dus meer stengel) en laat zich moeilijk verdichten.

> Laat gezaaide mais, die groener de kuil in gaat, bevat meer vocht. Dat zorgt voor een tragere conservering waardoor de kuil minder snel stabiel wordt. Ongewenste groei van gisten en schimmels, maar ook drogestofverlies, liggen op de loer.

Gebruik daarom een inkuilmiddel dat broei tegengaat en zorgt voor een snellere conservering, zoals SiloSolve FC.

Wil je meer weten?

Wil je meer weten over de maisoogst? Of heb je een andere vraag aan onze teeltpecialisten? Neem dan contact op met je melkveespecialist, regionale dealer of de klantenservice Herkauwers. We helpen je graag verder!

Wat voor mais staat er?

Waar moet je dit jaar nog meer extra op letten?

Wil je meer weten?

Select a website and language